De Natuurschoonwet 1928 (hierna: NSW) is een fiscale wet, in het leven geroepen om de versnippering tegen te gaan van landgoederen in particulier bezit. Stijgende beheerkosten en een hoge belastingdruk leidden er toentertijd toe dat eigenaren niet in staat waren om het natuurschoon van een landgoed in stand te houden. Door middels de NSW fiscale voordelen te verlenen aan eigenaren kan een landgoed over meerdere generaties als totaaleenheid behouden blijven. Hierdoor vindt er geen afbreuk plaats van de landschappelijke en historische waarde van het geheel.
De overheid erkent dat de NSW nog steeds een effectief wetsinstrument is om versnippering van landgoederen tegen te gaan en natuurschoon te behouden en te ontwikkelen. Toch stelt zij dat deze effectiviteit in bepaalde situaties achterblijft, met name wanneer delen van een landgoed intensief gebruikt worden voor economische doeleinden.
In het kort worden de volgende wijzigingen verwacht:
- Een onroerende zaak kleiner dan 1 hectare mag momenteel gerangschikt worden als buitenplaats, wanneer de bijbehorende parkstructuur dateert van voor 1850. In het wijzigingsbesluit zal deze datum verruimd worden naar 1900.
- De definitie van natuur op landgoederen dient aan te sluiten bij de natuurtypen uit de Index Natuur & Landschap.
- Natuurterreinen moeten een minimale aaneengesloten oppervlakte van 0,5 hectare hebben.
- Nog om te vormen natuurterreinen kunnen pas gerangschikt worden als natuurgrond, wanneer het natuurterrein daadwerkelijk gerealiseerd is.
- Cultureel erfgoed dat buiten de landsgrenzen is gelegen kan in aanmerking komen voor rangschikking, wanneer het een wezenlijk onderdeel is van het Nederlands cultureel erfgoed.
- Landgoederen met een oppervlakte van 1 tot 5 hectare, die middels aanleuning of samenwerking gerangschikt zijn, dienen voor tenminste 50% uit natuur of houtopstanden te bestaan.
- Golfbanen op NSW-landgoederen dienen voor tenminste 50% uit natuur of houtopstanden te bestaan. Voor de overige delen van het gerangschikte landgoed blijft de oppervlakte-eis van 30% gelden.
- De definitie van omzoming wordt verruimd. Het type omzoming wordt afgestemd op het omliggende landschapstype. In van oorsprong open landschappen kan dus gekozen worden voor omzomingstypen met een open structuur, zoals natuurlijke akkerranden. De breedte van deze omzoming bedraagt tenminste 5 meter.
- De facilitering van kampeerterreinen als economische drager van een landgoed wordt verruimd. Per oppervlakte van 25 hectare mag één kampeerterrein worden gerealiseerd. Voorwaarde is dat het kampeerterrein geen afbreuk doet aan het natuurschoon.
Het besluit zal in werking treden op 1 januari 2021. Aanvragen tot rangschikking na deze datum dienen dus te voldoen aan de nieuwe voorwaarden. Hierbij wordt een termijn van overgangsrecht gehanteerd van 10 jaar voor landgoederen die voor de inwerkingtreding van dit besluit gerangschikt worden. Op uiterlijk 1 januari 2031 dienen dus alle NSW-landgoederen te voldoen aan de nieuwe voorwaarden.
Het bovenstaande vraagt aan eigenaren en beheerders om tijdig te controleren of hun bezit blijft voldoen aan de te wijzigen NSW-voorwaarden. Zo kunnen er, wanneer nodig, tijdig aanpassingen worden gedaan om onttrekking aan de NSW te voorkomen. Wij helpen u graag!
Een reactie op het besluit kan tot 19 augustus 2019 worden ingediend via onderstaande link: https://www.internetconsultatie.nl/nsw
Wilt u meer informatie over deze wijzigingen? Neem dan contact op met ons kantoor.